Het menselijk lichaam verkeert continu in een dynamische
balans. Dat wil zeggen dat het lichaam continu, actief bezig is verstoringen
van het lichaam te corrigeren en te compenseren.
Een goed voorbeeld daarvan is de bloedsuikerspiegel. Zodra
door voeding de bloedsuikerspiegel stijgt, zal het lichaam insuline afgeven aan
het bloed om de suikerspiegel weer omlaag te krijgen. Pas als het
bloedsuikergehalte onder een bepaalde waarde daalt, krijgt het lichaam een
signaal om te stoppen met de afgifte van insuline. Het verwerken van dit
signaal heeft tijd nodig en daardoor zal de bloedsuikerspiegel nog even
door dalen. Om dit weer te compenseren, geeft het lichaam weer suiker af aan het
bloed, tot het boven een bepaalde waarde stijgt. Dan begint weer de insuline
afgifte en ga zo maar door.
Zo’n beetje alle processen in het lichaam volgen het principe
van de dynamische balans. Ook het proces van afvallen verloopt volgens dit
principe. Het afvalproces is geen rechtlijnig gebeuren waarbij je elke week of
elke maand gelijkmatig afvalt. Door dit proces kan het soms lijken dat je
stilstaat of zelfs achteruit gaat, terwijl je toch nog steeds op een dalend
gemiddelde zit. De tijdstippen waarop je je gewicht of vetpercentage meet kunnen
soms zorgen voor een vertekend beeld.
Uitgaande van de dynamische balans zal de dalende lijn,
pieken en dalen vertonen. Meet je de ene keer in een dal en de volgende keer in
een piek, dan lijkt het misschien of je niet bent afgevallen of zelfs bent
aangekomen, terwijl je nog steeds gewoon op dezelfde neergaande lijn zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten